De Betekenis van al-Qiwāmah (het leiderschap van de man)


De Betekenis van al-Qiwāmah (het Leiderschap van de Man)

Geschreven door dr. ‘Isām al-Bashīr al-Murrākushī

Leestijd 7 minuten


Vraagsteller: Dr. Bashīr: “Wat is de betekenis van al-qiwāmah (het leiderschap van de man) in de islam?

In de naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof zij Allah, Heer der werelden, en moge Allah Zijn zegen en vrede schenken aan onze Profeet Mohammed ﷺ, zijn familie, zijn metgezellen en iedereen die hun pad volgt tot de Dag des Oordeels.”

De term al-qiwāmah komt uit het Woord van Allah, de Verhevene:

“De mannen zijn leiders en beschermers (qawwāmoen) over de vrouwen, omdat Allah de één boven de ander heeft bevoorrecht en omdat zij van hun vermogen uitgeven.” (Sūrat an-Nisā’, 4:34)

Deze term behoort tot de begrippen waarover veel verwarring is ontstaan. Vijanden van de islam hebben er allerlei twijfels en misverstanden over verspreid, tot het punt dat sommige moslims, mannen en vrouwen, werkelijk zijn gaan denken dat al-qiwāmah een vorm is van overheersing van de man over de vrouw, een vernedering of zelfs een soort slavernij. Terwijl de werkelijkheid precies het tegenovergestelde is.

Als we al-qiwāmah in moderne termen zouden willen omschrijven, dan zouden we zeggen dat het gaat om verantwoordelijkheid. De man is qawwām over de vrouw in de zin dat hij verantwoordelijk is voor haar welzijn, haar bescherming en het leiden van het gezin. Hij draagt de verantwoordelijkheid om dit gezin, als de kapitein van het schip, veilig naar de kust te brengen, in overeenstemming met wat Allah heeft voorgeschreven.

Het is dus een plicht en een zware verantwoordelijkheid die aan de man is toevertrouwd, niet een voorrecht dat iets afdoet aan de waardigheid van de vrouw. Integendeel, de vrouw bevindt zich hierdoor juist in de hoogste staat van rust, eer en veiligheid. Wanneer de vrouw dit begrijpt en haar man gehoorzaamt in wat goed is, dan zal hij haar als een kroon op zijn hoofd dragen. Zo eenvoudig is het. Zij gehoorzaamt hem in wat juist is, en hij eert haar, verhoogt haar positie en behandelt haar met waardigheid.

In de verzen staat: “omdat Allah de één boven de ander heeft bevoorrecht, en omdat zij van hun vermogen uitgeven.” De geleerden hebben uitgelegd dat de qiwāmah twee oorzaken heeft: één die geschonken is (wahbī) en één die verworven is (kasbī).

De eerste oorzaak, de geschonken, verwijst naar: “omdat Allah de één boven de ander heeft bevoorrecht.” Dit betekent dat Allah de man heeft onderscheiden met eigenschappen die nodig zijn om de verantwoordelijkheid van leiderschap in het gezin te dragen. Hij is over het algemeen minder geleid door emoties, besluitvaardiger, beter in leidinggeven en sterker in rationeel denken, terwijl de vrouw daarentegen rijker is in emotie, zachtheid en zorgzaamheid, eigenschappen die haar geschapen zijn voor haar rol in het gezin.

De tweede oorzaak, de verworven, verwijst naar: “en omdat zij van hun vermogen uitgeven.” De man is namelijk religieus verplicht om te voorzien in het onderhoud van zijn vrouw en zijn gezin: de bruidsschat, de dagelijkse uitgaven en alle financiële lasten rusten op zijn schouders. De vrouw daarentegen is tot geen van deze verplichtingen gehouden, tenzij zij dat vrijwillig en uit goedheid doet.

En wanneer Allah zegt: “omdat Allah de één boven de ander heeft bevoorrecht”, dan is dat een algemene uitspraak. Het betekent niet dat elke man in alles beter is dan elke vrouw. Er zijn zeker vrouwen die in bepaalde eigenschappen sterker, wijzer of standvastiger zijn dan sommige mannen. Daarom hebben sommige uitleggers opgemerkt dat de Koran niet zegt: “omdat Allah de mannen boven de vrouwen heeft bevoorrecht”, maar eerder: “omdat Allah de één boven de ander heeft bevoorrecht”, wat erop duidt dat de voorkeur niet absoluut of eenzijdig is, maar afhankelijk van de rol en de context die Allah heeft bepaald.

Vraagsteller: We zien vandaag hevige campagnes van feministische groeperingen en anderen tegen het begrip al-qiwāmah. Wat zijn de drijfveren achter deze aanvallen?

Allereerst moeten we begrijpen dat al-qiwāmah, zoals ik al vaker heb gezegd, in de eerste plaats in het voordeel van de vrouw is. Anders gezegd: de rechtschapen vrouw, of zelfs de vrouw die eenvoudigweg haar natuurlijke vrouwelijke aard heeft behouden, verlangt er van nature naar dat er een echtgenoot aan haar zijde staat die zorg voor haar draagt, die haar belangen, zowel materieel als emotioneel, behartigt, en op wie zij kan steunen. In hem ziet zij de eigenschappen van mannelijkheid en vastberadenheid.

Een vrouw, zolang zij werkelijk vrouw is en haar vrouwelijkheid niet heeft verloren, verlangt naar zo’n rolverdeling. En dit is niet iets dat enkel bij moslima’s voorkomt; zelfs bij westerse vrouwen bestaat dit verlangen. Het enige verschil is dat de mediacampagnes in het Westen vrouwen doen schamen om dit openlijk te zeggen. Want zodra een vrouw uitspreekt dat zij behoefte heeft aan een man die over haar waakt en haar leidt, wordt ze ervan beschuldigd dat ze “onderdanig” is, dat ze geen vrijheid wil, dat ze terugverlangt naar slavernij.

Daarom verbergen veel vrouwen hun natuurlijke verlangen, uit angst voor veroordeling. Ze voelen het nog steeds diep vanbinnen, maar onder de voortdurende mediadruk durven ze het niet meer te tonen. Alleen degenen die de moed hebben om eerlijk te zijn, durven dat nog uit te spreken. In werkelijkheid is al-qiwāmah dus allereerst in het belang van de vrouw zelf, en vanzelfsprekend ook in het belang van het gezin en uiteindelijk van de man.

Het feminisme, zo zeg ik vaak, is in essentie niet tegen de man, maar tegen de vrouw zelf. Het is een beweging die de vrouw berooft van haar eigen vrouwelijkheid en haar identiteit als vrouw probeert te ontmantelen. In mijn laatste boek “Het debat over feminisme en mannelijkheid” schreef ik daar over dat het doel van deze ideologische stromingen het afbreken van alle vaste begrippen is. In het inleidende hoofdstuk stelde ik een vraag: hoe kan het dat wij, als moslims die zeggen dat wij nog steeds leven volgens onze natuurlijke aanleg (fitrah), plotseling behoefte hebben om de vrouw opnieuw te definiëren?

De vrouw was altijd duidelijk gedefinieerd. Men wist wat een vrouw is, net zoals men wist wat een man is. Maar in de moderne wereld is men zover gegaan dat men zegt: “Een vrouw is ieder mens die over zichzelf zegt dat hij een vrouw is.” Dus zelfs een man, met alle fysieke en biologische kenmerken van mannelijkheid, wordt beschouwd als een vrouw zodra hij dat van zichzelf zegt.

Wanneer het denken zo ver is afgedwaald dat zelfs de fundamentele begrippen worden ontwricht, kan niemand meer beweren dat dit in het belang van de vrouw is. De vrouw wil dit niet. Wie heeft ooit gezegd dat vrouwen verlangen naar het loslaten van hun natuur, naar deze absolute gelijkheid die in feite een voortdurende strijd is? De vrouw wordt zo gedwongen om in elk domein, thuis, op het werk en in de samenleving, te leven in een toestand van voortdurende confrontatie. Strijd met de man, strijd met de maatschappij, strijd om vermeende rechten die vaak niet eens bestaan.

Al die spanningen en conflicten zijn de vrucht van wat ik in een ander boek heb genoemd “De misdaad van het feminisme tegen de vrouw en de samenleving.” Feminisme is in werkelijkheid de vijand van de vrouw zelf. En daarom verwerpt het ook het principe van al-qiwāmah, want dat principe brengt de vrouw terug naar haar natuurlijke oorsprong, waarin zij rust, veiligheid en waardigheid vindt binnen haar gezin, leunend, na haar vertrouwen op Allah, op een man die werkelijk eigenschappen van mannelijkheid bezit, zoals zij zelf eigenschappen van vrouwelijkheid bezit. Dat is precies wat de feministische ideologie bestrijdt.